Drijven en zinken

Waarom blijft een kurk drijven op water, terwijl een baksteen naar de bodem zinkt? Waarom blijf je drijven in de dode zee? En waarom zinken oliedruppeltjes nooit naar de bodem? Hier gaan we naar kijken met behulp van de grootheid dichtheid.

De duikstokjes zinken naar de bodem omdat de (gemiddelde) dichtheid van de stokjes groter is dan de dichtheid van het water.

De rubberen matten in het zwembad blijven drijven omdat de dichtheid van het rubber kleiner is dan de dichtheid van het water.

Zonnebloemolie blijft drijven op water, omdat de dichtheid van zonnebloemolie kleiner is dan de dichtheid van water.

Wanneer blijft een stof drijven?

Een stof blijft drijven op water wanneer de dichtheid van de stof kleiner is dan die van water. De dichtheid van water is 1 gram per kubieke centimeter. Stoffen waarvan de dichtheid kleiner is dan 1 g/cm³ blijven drijven op water, stoffen met een dichtheid groter dan 1 g/cm³ zinken naar de bodem. Wanneer de dichtheid van de stof gelijk is aan die van water dan kan een voorwerp van die stof blijven 'zweven' tussen het wateroppervlak en de bodem.

Uiteraard geldt dit ook voor andere vloeistoffen dan water. Over het algemeen blijft de stof met de kleinste dichtheid drijven op de stof met de grootste dichtheid.