Tabellen en grafieken

Wanneer je onderzoek doet maak je vaak gebruik van tabellen en grafieken om je meetgegevens op een overzichtelijke manier te verwerken. Hier vind je aanwijzingen voor het maken van een goede tabel en grafiek.

Tabel

Bij een goede tabel:

  • staat in de 'kop van de tabel' (de bovenste regel) de grootheid en de eenheid. De eenheid staat dan tussen haakjes. Bijvoorbeeld: m (kg) of massa (kg).
  • staan de gegevens of meetwaarden netjes in de tabel, zonder de eenheid erbij.
  • staan er lijnen om de kolommen en regels van de tabel duidelijk te kunnen zien.

Grafiek

Dit zijn de stapjes voor het maken van een goede grafiek:

  • Teken op ruitjespapier (met potlood) een assenstelsel. Gebruik daarvoor de volledige breedte van de pagina, en
    minimaal een halve pagina hoog.
  • Zet bij elke as de grootheid en de eenheid, net als in de kop van de tabel.
    Bijvoorbeeld: m (kg) of massa (kg).
  • Zet bij elke as een geschikte schaalverdeling. Zorg ervoor dat:
    - al je metingen in de grafiek passen.
    - elk stapje (of hokje) op je as een rond getal is, bijvoorbeeld 0,1, 0,2, 0,5, 1, 2, 5, 10, 20, 50, enzovoorts.
  • Teken (met potlood) de meetpunten zo nauwkeurig mogelijk in de grafiek, als een kruisje (x).
  • Liggen de punten ongeveer op een rechte lijn? Teken dan (met potlood) met een liniaal een
    rechte lijn tussen de meetpunten door die zo goed mogelijk bij je metingen past.
    (Je mag dus NIET de punten één voor één met elkaar verbinden!)
  • Liggen de punten duidelijk niet op een rechte lijn? Teken dan (met potlood) een vloeiende
    kromme tussen de meetpunten door die zo goed mogelijk bij je metingen past.
    (Je mag dus NIET de punten één voor één met elkaar verbinden!)

Voorbeeld: volume en massa

In het eerste voorbeeld is er onderzocht hoe de massa van een houten blokje afhangt van het volume van dat blokje. Hieronder staan de tabel en de grafiek die hierbij gemaakt zijn. Bij de tabel staan de grootheden en eenheden in de kop van de tabel en zie je daaronder de meetwaarden. In de grafiek staat het volume op de horizontale as en de massa op de verticale as. De grootheden en de eenheden staan bij de assen. De assen zijn met handige stapjes verdeeld, de meetpunten zijn kruisjes en er is een rechte lijn tussen de meetpunten door getrokken.

V (cm³) m (g)
0 0
16 22,4
28 41,1
39 54,6
52 70,1
66 92,4

Voorbeeld: vermogen en spanning

In het volgende voorbeeld is er onderzocht hoe het (elektrische) vermogen van een lampje afhangt van de spanning over het lampje. Hiervoor zijn de spanning U en de stroomsterkte I gemeten. Er is in de tabel een derde kolom toegevoegd waarin het vermogen P berekend is (met de formule P = U x I). In de grafiek staat de spanning op de horizontale as en het vermogen op de verticale as. De meetpunten zijn aangegeven met kruisjes. Er is een vloeiende kromme tussen de meetwaarden door getekend.

U (V) I (A) P (W)
0 0 0
1,7 0,07 0,119
3,4 0,11 0,374
6,4 0,16 1,024
8,4 0,19 1,596
9,6 0,21 2,016
11,5 0,26 2,990

Wat vind je van deze uitleg?

Rating: 4 sterren
2 stemmen

Reageer of stel een vraag

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb